Als je ogen eenmaal opengaan, kijk je voor altijd met een andere blik. In dit blog neem ik jullie mee naar de prachtige vrouwen die hun leven inzetten voor onze vrijheid, grote stenen aan de basis legden van onze positie in het huidige West-Europa en dat deden puur vanuit zichzelf. Omdat ze niet anders konden dan zijn wie ze waren. Omdat ze maar op één ding konden vertrouwen in de wereld waar ze moesten opereren, op zichzelf. Op hun eigen specifieke en unieke karaktereigenschappen als mens en als vrouw. Ik neem je mee in de wereld van de Britse spionnes. En zelfs nu ik dit tik, verbetert google mij door het woord spionnes te vervangen door spionnen. Maar het waren toch echt vrouwen.
‘Zet Europa in vuur en vlam.’ – De vrouwen van de Special Operations Executive (SOE)
Zeker 40 vrouwen werken in de Tweede Wereldoorlog (1940-1945) als spionne achter de linies in Frankrijk. Ze worden in hun thuisland gerekruteerd omdat ze Franse voorouders hebben of in de Franse taal opgeleid zijn. In het diepste geheim ontvangen ze een opleiding en vaak worden ze in hun eentje boven Frankrijk gedropt met slechts de kleren die ze aanhebben, een valse identiteit, een codenaam en de schuilnaam van een contactpersoon die ze zelf moeten zien te vinden. In hun eentje moeten ze een bestaan opbouwen in een Franse gemeenschap en aansluiting zoeken bij de verzetsgroep daar.
Ze worden geworven en naar bezette gebieden gestuurd door de Special Operations Executive (SOE), een geheime organisatie die tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Britse regering wordt opgericht. De opdracht van de toenmalige premier Winston Churchill luidt: ‘Zet Europa in vuur en vlam door middel van sabotage en guerrilla-activiteiten tegen de Duitse bezetter.’ In het geheim worden agenten door de SOE in het bezette Europa gedropt. Zij moeten contact leggen met het verzet en zorgen dat infrastructuur en voorzieningen worden gesaboteerd. De agenten achter de linies bezitten vaak zendapparatuur waarmee ze gecodeerde berichten naar Londen kunnen verzenden. Het is levensgevaarlijk om hiermee door de Duitsers aangehouden te worden. Al snel na de oprichting van de SOE begint men vrouwen aan te nemen. Het voordeel van vrouwelijke geheim agenten is dat zij niet opvallen als ze met hun fiets rondrijden en zendapparatuur, geld of explosieven onder de eieren in hun fietsmand verbergen. Vrouwen worden heel lang niet als bedreiging gezien door de Duitsers.
Deze vrouwen blazen verbindingen op, rijden in het holst van de nacht tussen locaties heen en weer, ontfutselen Duitse militairen hun geheimen en zijn van doorslaggevend belang voor het verzet in Frankrijk en de communicatie met de Britse geheime dienst. Ze zijn soms dagenlang bezig om te zorgen dat een enkel bericht het Kanaal overgaat. Na de oorlog keren ze terug naar Groot-Brittannië en wordt er nooit meer over hen gesproken. Jarenlang is dit een compleet onbekende historie. De inspanningen van de vrouwelijke divisie van de SOE zijn zelfs tot ver na de oorlog onopgemerkt gebleven. Langzaam gaan de archieven open en komen de verhalen naar buiten.
Kameleon met vele gezichten
Virginia Hall is een van de meest belangrijke Amerikaanse spionnes bij de SOE. Bijna niemand heeft echter van haar gehoord. Haar levensverhaal is tentoongesteld in het CIA-museum, maar in het voor publiek afgeschermde gedeelte. Onderscheiden met het Distinguished Service Cross, voor daden van uitzonderlijke moed tegenover een gewapende vijand, de op-een-na hoogste onderscheiding in het Amerikaanse leger, is ze de hoogst gedecoreerde vrouwelijke burger van de Tweede Wereldoorlog. Ze staat echter online niet het rijtje ‘bekende dragers’.
Haar verhaal? In de jaren dertig solliciteert ze tevergeefs bij de Amerikaanse diplomatieke dienst. Ondanks het feit dat ze vijf talen spreekt, op elite-universiteiten heeft gezeten en voor diverse ambassades in Europa heeft gewerkt, is ze een vrouw en dus is er geen plek voor haar. Na herstel van een jachtongeluk, dat haar een onderbeen kost, komt ze in contact met de SOE. Virginia Hall is een van de eerste SOE-agenten die naar het bezette Frankrijk wordt gestuurd. Als zogenaamde Amerikaanse correspondente voor de New York Post heeft ze de perfecte dekmantel.
Virginia ontvangt een korte opdracht: ‘Bouw een verzet op, maakt niet uit hoe.’ Aangekomen in Lyon heeft ze geen contacten, geen netwerk en geen mogelijkheid om berichten naar Londen te verzenden. Lyon is echter het centrum van het verzet in Vichy-Frankrijk. Virginia vindt twee bondgenoten in een gynaecoloog en een bordeeleigenaar. De vrouwen uit het bordeel horen de Duitse soldaten uit en de gynaecoloog verstrekt valse gezondheidsattesten aan vrouwen met seksueel overdraagbare ziektes.
Ze is verbijsterd over de chaos aan ongetrainde mensen en niet ondersteunde veldoperaties die ze in het bezette Frankrijk van 1940 aantreft. Vanwege haar handicap, ze heeft een prothese die ze Cuthbert noemt en ze hinkt, valt ze op. Toch is ze als geen ander in staat om zichzelf onherkenbaar te maken, overal op te duiken, informatie te verkrijgen, in haar eentje op diverse plekken het Franse verzet aan te wakkeren, en weer te verdwijnen.
Ze legt een belangrijk netwerk aan voor het georganiseerde verzet. Als bij een razzia twaalf SOE-agenten gevangen worden genomen, krijgt Virginia de opdracht om terug te keren. Ze weigert en creëert de ontsnappingsmogelijkheid voor de gevangen agenten. Door de Gestapo wordt ze de ‘limping lady’ genoemd, er wordt op haar gejaagd maar ze blijft onvindbaar. Als het te gevaarlijk wordt voor haar, vlucht ze over de besneeuwde Pyreneeën naar Spanje, waarbij de berggids niet weet dat ze onder haar rokken in ieder geval een houten been verbergt. In 1943 keert Virginia terug naar het Franse verzet. Ditmaal onder de vlag van de Amerikanen. Ondanks haar ervaring en haar daden, vertrouwt men de leiding van de verzetsgroep niet aan een vrouw toe. Ze mag mee als ondersteunende telegrafiste. Het is ondertussen zo gevaarlijk voor haar dat ze zich constant moet vermommen. Ze verft haar haren grijs, laat haar tanden afslijpen en doet alsof ze een boerenmeid is. Terwijl ze zich ten zuiden van Parijs beweegt en kaas op de regionale markten verkoopt, brengt ze de plekken in kaart waar parachutisten veilig kunnen landen en traint ze Franse verzetsgroepen.
Als ze in de zomer van 1944 de opdracht krijgt om in de bergen een groep Franse partizanen te trainen, stuit ze opnieuw op het verzet van hun aanvoerders tegen haar als vrouw. Totdat ze drie vliegtuigen vol wapens weet te regelen. Vanaf dan coördineert ze 1500 partizanen. Ze bombarderen de streek Haute-Loire rondom D-day met sabotageacties en aanvallen en verdrijven de Duitse troepen uit het gebied.
Na de oorlog komt ze in dienst van de Amerikaanse OSS en later van de CIA. De belangrijkste vijand hier is het heersende seksisme. Men refereert naar haar als een “gung-ho lady left over from OSS days overseas”. Een overenthousiaste fanatieke dame uit de overzeese dagen van weleer.
De naam van haar biografie is veelzeggend. ‘A woman of no importance’. Virginia Hall toont ons echter juist dat er niet één soort held bestaat, dat er geen James Bond-achtige uitstraling voor nodig is, geen schietgrage held, geen eendimensionale verzetsstrijder naar mannelijk model. De boeken die ondertussen over haar verschenen zijn, laten Virginia Hall zien in al haar menselijke complexiteit, met, soms tegenstrijdige, eigenschappen als populair en toch ook eenzaam, geduldig en ook opvliegend, terneergeslagen, maar ook vastberaden om haar doel te bereiken. Het zijn die eigenschappen die haar maakten tot de heldin die ze was. Het zijn die eigenschappen die belangrijk zijn om te laten zien hoeveel soorten vrouwen in evenzovele rollen doorslaggevend zijn geweest op keerpunten in de geschiedenis.
De vergeten spionne
Krystyna Skarbek-Granville is een Poolse gravin die door haar opvoeding connecties in allerlei netwerken heeft. Daarnaast beheerst ze meerdere talen. In 1939 dient ze bij de Britse geheime dienst een plan in om over het Karpatengebergte naar het door de Duitsers bezette Polen te skiën. Haar doel: propagandamateriaal en geld van de geallieerden naar de bevolking brengen en informatie over de bezetting mee terugnemen. Ze wordt direct als vrouwelijke agent aangenomen. In februari 1940 doorkruist ze op ski’s samen met een ex-Olympisch kampioen het Tatra-gebergte. Ze smokkelt de locatie van munitiefabrieken, aangelegde vliegvelden en details over een nieuw type onderzeeër mee terug. Tijdens de oorlog voert ze ontelbare gevaarlijke missies uit in het bezette Frankrijk, maar ook in Hongarije en Egypte. Ze organiseert vluchtlinies voor ontsnapte Poolse en Britse krijgsgevangenen via een netwerk van safehouses via Tsjecho-Slowakije tot aan Boedapest.
In juli 1944 wordt ze als koerierster gedropt in Zuid-Frankrijk, waar een tweede front voor de geallieerde landing moet komen. Haar grote kracht? Krystyna heeft het vermogen om snel te denken en daar razendsnel naar te handelen. Dit redt haar uit vele gevaarlijke situaties. Zoals de keer dat ze haar Duitse ondervragers ervan overtuigt dat ze tuberculose heeft, door zo hard op haar tong te bijten dat ze bloed ophoest. Drie dagen voor de geallieerde landing wordt het hoofd van haar verzetsgroep vastgenomen. Haar overtuigingskracht is zo groot dat zij hem uit de gevangenis en van executie door een vuurpeloton weet te bevrijden door zich bekend te maken als SOE-agente. Ze regelt losgeld en laat de bewakers geloven dat ze het nichtje van een hoge generaal is, dat de Amerikaanse aanval ophanden is en ze nu nog een goed woordje voor hen kan doen.
Hoewel ze Churchill voorziet van een microfilm met daarop de verspreiding van de Duitse krachten aan de Russische grens en haar leven riskeert voor Groot-Brittannië, wordt ze na de oorlog nauwelijks erkend voor haar heldendaden. ‘Poles go home’ is de favoriete graffiti in Londen, een stad die de heldendaden van de Poolse piloten tijdens de Slag om Engeland al snel vergeten is. Ook Krystyna ontkomt niet aan de onverschillige en laatdunkende houding van de Britten ten opzichte van haar daden. Haar tijdelijke verblijfspapieren worden ironisch genoeg niet verlengd omdat ze niet kan aantonen dat ze de afgelopen vijf jaren voldoende in Groot-Brittannië heeft verbleven. Pas nadat ze de George Medal en de Orde van het Britse Rijk weigert, komt het verhaal naar boven en verkrijgt ze de Britse nationaliteit. Zelfs nadat ze de oorlogsonderscheidingen heeft geaccepteerd en openlijk draagt, twijfelen mensen aan de authenticiteit ervan.
De historica Clare Mulley, die haar leven en daden in beeld brengt en al jaren strijdt voor haar erkenning, verwoordt het als volgt. ‘Ze was te veel actiepersoon om echt vrouwelijk te zijn, en tegelijkertijd was ze duidelijk te veel vrouw om een mannelijke soldaat te zijn. Krystyna viel tussen de lijnen van de nationale identiteiten en de genderrollen in.’
Haar unieke persoonlijkheid maakt haar tot een moedige en briljante spion, maar ze is te veelzijdig om haar in een duidelijk hokje te plaatsen. En dus geloven mensen liever in hun eigen beelden. Krystyna wordt een heldin door de eigenschappen die ze bezit, maar raakt verguisd en vergeten op het moment dat deze eigenschappen niet meer in het plaatje passen.
Koppig en impulsief – Odette Sansom
Odette Sansom, huisvrouw en moeder, wordt door de SOE eigenlijk als te koppig en te impulsief beschouwd. ‘Zij heeft niet de helderheid van geest die wenselijk is bij gezagsondermijnende activiteiten’, schrijft men in een rapport. Ze wordt enthousiast en onberekenbaar genoemd, maar haar vastberadenheid, vaderlandsliefde en gretigheid geven de doorslag. Op 2 november 1942 landt Odette midden in de nacht per boot op een Frans strand. Haar drie dochters heeft ze achter moeten laten in een klooster. Het zijn haar plichtsbesef en haar liefde voor haar beide thuislanden Groot-Brittannië en Frankrijk, die haar hiertoe brengen.
Onder de codenaam Lise moet Odette contact leggen met het Franse verzet en onderduikadressen voor andere agenten regelen. Ze strandt echter in Cannes en wordt als koerierster toegevoegd aan het Spindle-verzetsnetwerk van kapitein Peter Churchill. In 1943 verplaatsen zij zich naar de Franse Alpen om hun werkzaamheden daar voort te zetten.
Een officier van de Duitse contraspionagedienst in Parijs infiltreert als kolonel Henri in een ander verzetsnetwerk en ontdekt hun schuilplaats. De Duitse spionnenjager overtuigt Odette van zijn goede bedoelingen. Hoewel Odette een waarschuwing uit Londen ontvangt om kolonel Henri niet te vertrouwen, is het al te laat. Churchill en Odette worden gearresteerd. Odette wordt veertien keer ondervraagd door de Gestapo, fysiek gemarteld en ernstig op haar rug verbrand, maar ze weigert de anderen te verraden. Door zich te houden aan het verzonnen verhaal dat Churchill zowel haar echtgenoot als de neef van premier Winston Churchill is, hoeft hij slechts twee ondervragingen te ondergaan. Odette beschermt daarnaast de identiteit van twee andere officieren. Hiermee redt ze niet alleen hun levens, maar zorgt ze er ook voor dat zij hun sleutelrollen in het verzet kunnen blijven vervullen.
In juni 1943 wordt ze voor twee verschillende aanklachten van spionage ter dood veroordeeld. Haar reactie is veelzeggend. Ze beantwoordt de aanklachten met: “Dan zullen jullie een beslissing moeten nemen, want ik kan maar een keer doodgaan.”
Hoewel kolonel Henri nog steeds probeert om haar over te halen met hem mee te werken, weigert zij dat. Odette wordt overgebracht naar het strafblok van concentratiekamp Ravensbrück en op een uithongeringsdieet gezet. Bijna twaalf maanden zit ze in een isolatiecel, waarvan drie maanden in het duister onder de grond. Ze houdt het vol doordat ze als kind jarenlang lijdt aan blindheid en verlamming en weet hoe ze pijn moet accepteren en moet overleven. Ze zegt later letterlijk dat ze niet gelooft dat ze dapper of moedig was, maar gewoon een besluit nam. Een prachtig voorbeeld van haar geesteskracht is een gedroogd boomblad dat haar kleindochter jaren later in een van haar dagboeken vindt. Odette beschrijft hoe ze het van de grond heeft opgepakt in Ravensbrück en dat haar bewakers nooit hebben gesnapt hoe dat onbeduidende blad voor haar het symbool van leven en natuur is. Voor haar vertegenwoordigt het blaadje het leven buiten de gevangenis en een baken van hoop en vrijheid.
Na de oorlog getuigt Odette tegen haar kampbewaarders en tegen de kampcommandant. Odette is de enige SOE-agente die bij leven het George Cross ontvangt. Naast vele andere onderscheidingen wordt er een postzegel van haar gemaakt, een trein naar haar vernoemd en een film over haar leven gemaakt. Er is een tentoonstelling over haar in het Imperial War Museum.
De fietsende spionne – Nancy Wake – alias de witte muis
De van oorsprong Australische Nancy Wake springt in april 1944 midden in de nacht in Noord-Frankrijk uit een bommenwerper. Luchtziek, gekleed in wandelkleren en met een tas vol identiteitspapieren, een miljoen franc en sabotageopdrachten die uitgevoerd moeten worden voor D-day.
Werkzaam als journaliste en getrouwd met een Franse industrieel, ziet ze hoe de nazi’s in mei 1940 Frankrijk bezetten en de Franse regering zich overgeeft. Al aan het begin van de oorlog speelt ze een grote rol voor het Franse verzet als koerier en ambulancechauffeuse. Ze is een onmisbare schakel als ze ook gestrande Britse soldaten helpt terug naar Engeland te vluchten. Als het netwerk in december 1940 wordt verraden, gaat Nancy gedwongen ondergronds. Uiteindelijk wordt ze in Toulouse gearresteerd. Wat de autoriteiten zich echter niet realiseren, is dat ze de gevreesde ‘witte muis’ hadden gevangen. Nancy werd na vier dagen weer vrijgelaten.
In 1943 staat ze op de eerste plek van de gevreesde Gestapo-lijst. Haar bijnaam is de witte muis, omdat ze steeds weer weet te ontsnappen. Omdat het te gevaarlijk is voor haar om in Frankrijk te blijven, vlucht ze over de Pyreneeën naar Spanje. Pas na meerdere pogingen lukt het haar om Spanje te bereiken en via daar terug in Groot-Brittannië te komen.
Nancy sluit zich aan bij de SOE en wordt een Britse agente. Onder de codenaam ‘Hélène’ volgt ze een intensieve training. Uit haar opleidingsverslagen blijkt dat ze een ‘heel goed en vast schot’ had en een vrolijk en sterk karakter. Vera Atkins, over wie we later nog zullen lezen, herinnert zich haar als een Australische donderstraal. ‘Onuitputtelijk, vitaal, een flitsende oogopslag. Alles wat ze deed, deed ze goed.’
Na haar landing in Frankrijk op 29-30 april 1944 wordt ze de liaison tussen de SOE en verschillende verzetsgroepen in de Auvergne. Ze coördineert in de daaropvolgende weken een serie wapen- en voedseldroppings voor het Franse verzet. Haar taak is om het verzet voor te bereiden voor een gewapende opstand die samen moet vallen met de landing van de geallieerden, D-day. Ze leidt invallen op belangrijke plekken van de Duitse bezetter. Daarbij zou ze een SS’er met haar blote handen hebben gedood, om te voorkomen dat hij het alarm indrukte. In een later tv-interview met Nancy Wake is ze zelf verbaasd dat de judo-techniek die ze ooit geleerd had ook lukte. Een van haar kameraden zegt later over haar: ‘Ze is de meest vrouwelijke vrouw die ik ken, totdat de strijd begint. Dan is ze vergelijkbaar met vijf mannen.’
Nancy reist heen en weer tussen verschillende verzetsgroepen en verzendt berichten aan Londen. Uiteindelijk leidt ze een combinatie van verzetsgroepen bestaande uit meer dan 7000 zogenoemde maquisards die ze een voor een onder de tafel kan drinken. Eind juni 1944 raken Nancy Wake en haar verzetsstrijders ingesloten door duizenden SS’ers die het hoogland van de Auvergne omsingelen. Nancy en veel van haar strijders kunnen door de linies glippen, maar door het verlies van hun zender is hun verbinding met Londen verloren gegaan. Een levenslijn die ze onverbiddelijk nodig hebben. Nancy Wake fietst 500 kilometer heen en weer door de linies van de vijand om contact te leggen met een radioman die de verbinding met Londen kan herstellen. Met haar acties levert ze een onmisbaar aandeel aan de voorbereiding op de geslaagde geallieerde invasie van Noord-Frankrijk. Nancy blijft na de oorlog voor de SOE werken en ontvangt in de jaren daarna de George Medal van Groot-Brittannië, de Medal of Freedom van de Verenigde Staten, zowel de ridder als de officier van het Légion d’honneur van Frankrijk, het lidmaatschap van de Order of Australia en de Badge in Gold van Nieuw-Zeeland voor haar werk in het Franse en Engelse verzet.
Codenaam Madeleine
Noor Inayat Khan wordt door de SOE in 1943 met de codenaam Madeleine gedropt als radio-operator voor het bekende Prosper-verzetsnetwerk in Parijs. Vrij kort daarna worden veel leden van het netwerk gearresteerd, maar Noor verplaatst zich kriskras door heel Frankrijk om onder de radar te blijven en boodschappen naar Londen te kunnen blijven sturen. Uiteindelijk wordt ze verraden en gearresteerd door de Gestapo. Omdat ze kopieën van alle geheime signalen heeft bewaard, zijn de Duitsers in staat om haar radio te gebruiken en Londen in de val te lokken. Een groot aantal nieuwe Britse agenten wordt gestuurd. Zij vallen rechtstreeks in handen van de Gestapo. Noor weet uit de gevangenis te ontvluchten, maar wordt gepakt en naar Duitsland getransporteerd. Ondanks ketening, eenzame opsluiting en herhaaldelijke foltering, weigert ze informatie te verstrekken. Samen met drie andere vrouwelijke SOE-agenten wordt ze in 1944 naar concentratiekamp Dachau getransporteerd.
Alleen op een zolderkamer
Een van die andere vrouwen is Yolande Beekman, geboren als Yolande Elsa Maria Unternährer. Yolande meldt zich bij het Engelse verzet en wordt dankzij haar kennis van de Franse taal geworven door de SOE. In Londen ontmoet ze de Nederlandse verzetsman Jacob Beekman en trouwt met hem. Opgeleid tot marconist en telegrafist, in de rang van luitenant, wordt ze met valse papieren als Franse oorlogsweduwe in Saint Quentin ingezet als telegrafiste voor het Musician-verzetsnetwerk.
Op een klein zolderkamertje heeft ze haar zendstation, waar ze alle door het verzet verzamelde informatie in het diepste geheim ’s avonds naar Londen zendt. Enkele keren ontsnapt ze aan de Duitsers die met peilwagens door de wijken rijden. Twee keer lukt het haar om de zendapparatuur op tijd te verwijderen en een nieuw schuiladres te zoeken. Ze neemt deel aan droppings en zorgt ervoor dat minstens 25 sabotageteams worden voorzien van explosieven, wapens en munitie. In januari 1944 valt ze in handen van de Gestapo en wordt ze meerdere malen gemarteld. Na maanden van ondervraging en verplaatsingen wordt ze samen met de vier andere SOE-agentes naar Dachau getransporteerd. Op 13 september, de dag na hun aankomst, worden Noor Inayat Khan, Yolande Beekman, Madeleine Damermant en Eliane Plewman bij zonsopgang meegenomen naar een klein veld en geëxecuteerd.
In 1949 wordt Noor Inayat Khan postuum voor haar moed onderscheiden met het George Cross. Alleen door het intensieve graafwerk van de latere zoon en neef van Jacob Beekman komt ook het heldhaftige verleden van Yolande Beekman naar boven. Hoewel zij na de oorlog postuum het Franse Croix de Guerre ontvangt, krijgt zij pas na herhaaldelijke pogingen ook het Nederlandse Mobilisatie-Oorlogskruis.
14 van de 40 naar Frankrijk uitgezonden spionnes komen om. Zij doorstaan de gewelddadige verhoormethodes van de Gestapo, maar worden veelal doorgestuurd naar een van de concentratiekampen en geëxecuteerd. De vrouwen die het wel overleven, keren na de oorlog terug maar praten zo weinig over wat ze hebben meegemaakt, dat jarenlang niemand weet hoeveel de inzet van de SOE-vrouwen voor onder meer het slagen van Operation Overlord, oftewel D-day, heeft betekend. De grootscheepse landing van de westerse geallieerden op de Normandische kust om het door de nazi’s bezette Europa terug te veroveren had niet kunnen plaatsvinden zonder de moed en de inzet van deze vrouwen.
Op zoek naar de verloren agentes van de SOE. Vera Atkins.
Vera Atkins begint haar loopbaan bij de SOE in 1941 als assistente van het hoofd van de sectie Frankrijk. Van de sollicitatiegesprekken met de kandidaten, het organiseren van hun training tot het plannen van hun ontvangst in Frankrijk, Vera Atkins doet en regelt het allemaal. Voor de meeste mensen is zij het brein achter de afdeling die agenten naar Frankrijk stuurt. Ze brieft iedere agent over de meest recente details van het leven en het verzet in Frankrijk en zorgt voor hun cover verhalen. Ze vergezelt de meeste van hen persoonlijk naar de plek in Engeland waar ze vertrekken en blijft in contact met hun families.
Na de oorlog wordt ze lid van de Britse Commissie voor Oorlogsmisdaden en begint ze de intensieve zoektocht naar de 118 agenten die nooit terugkeerden. Veertien van hen zijn vrouwen. Ze doorkruist het door oorlog geteisterde Frankrijk en reist naar Duitsland, waar ze zoekt naar verdwenen agenten en van oorlogsmisdaden verdachte Duitsers verhoort. Ze treedt op als getuige in de opeenvolgende oorlogstribunalen, waaronder het Tribunaal van Ravensbrück. Ze ontdekt onder meer dat de spionne Noor Inayat Khan niet in Natzweiler-Struthof is overleden maar in Dachau.
Ze overtuigt het Britse ministerie van oorlog ervan dat de twaalf in concentratiekampen geëxecuteerde vrouwelijke agenten niet geclassificeerd mogen worden als ‘overleden in gevangenschap’, maar dat vastgelegd wordt dat zij zijn gedood in de strijd. Door haar zoektocht naar haar verdwenen vrouwen zorgt ze er niet alleen voor dat van iedere vrouw een plek van overlijden bekend is, maar documenteert ze ook gedetailleerd hun daden en hun moed. Hiermee helpt ze voor elkaar te krijgen dat ieder van hen officieel door de Britse overheid wordt erkend en dat ook Noor Inayat Khan en Violette Szabo postuum met een George Cross worden onderscheiden. Zelf ontvangt ze het Franse Croix de Guerre in 1948, wordt in 1995 tot Ridder van het Frans Legion of Honour benoemd en in 1997 tot Commandeur in de Orde van het Britse rijk.
Waarom staat hun geschiedenis niet in hoofdletters geschreven?
Vanwaar dat grote verschil met de mannelijke verzetshelden? Veelal keren de vrouwen in de verzetsbeweging na de oorlog terug naar hun vroegere leven. Terwijl de mannen memoires schrijven en ontelbare kranteninterviews geven om over hun grootse daden te vertellen, doen vrouwen er het zwijgen toe. De rollen die ze hebben vervuld, worden lang niet altijd erkend, net als de martelingen die ze hebben doorstaan. De meerderen van de heldhaftige spionne Odette Sansom-Churchill moeten letterlijk aan de hand van medische rapporten en ooggetuigenverklaringen bewijzen dat Sansom door de nazi’s is gemarteld en dat zij ervoor gezorgd heeft dat haar medeagenten niet waren verraden, om voor haar het George Cross te verkrijgen.
Daarnaast krijgen deze vrouwen te maken met vooroordelen en seksisme. Ze passen niet in het plaatje, kunnen na de oorlog geen vergelijkbare rollen meer oppakken, worden ontslagen voor banen die voor mannen nodig waren en hun eigenschappen die hen tijdens de bezetting zo sterk maakten, worden nu afgezwakt of als eigenaardig en ongeschikt ervaren. Kortom ze passen niet meer in het plaatje.
Dankzij een aantal biografieën en enkele romans kennen we nu een paar van hun verhalen. Hoewel veel van de vrouwen op enig moment wel onderscheiden zijn, hebben ze geen plek in het collectieve bewustzijn. Veel erger, ze zijn nooit onderdeel geweest van de geschiedschrijving. We hebben niet geleerd over deze vrouwen, terwijl we wel geleerd hebben over mannen in dat verzet. Het is geen onderdeel van onze collectieve herinnering. En dus zijn hun eigenschappen, hun kwaliteiten, maar ook hun rol als vrouw geen onderdeel van het normale gesprek. Daarbij gaat het niet alleen over uitzonderlijke kwaliteiten zoals moed of opofferingsgezindheid maar ook over gewone eigenschappen van jou en mij, zoals humor, doorzettingsvermogen, technisch inzicht of juist het vermogen om anderen op hun gemak te stellen en te zorgen dat niemand argwaan heeft.
Moeten deze vrouwen dan op een voetstuk staan? Laten we helder zijn: Deze vrouwen wel.
Maar ze moeten vooral bestaan, in al hun mooie en minder mooie kwaliteiten, als rolmodel, maar ook gewoon als vrouw, als onderdeel van de geschiedenis, als spiegel waar we in kunnen kijken, als verhaal, persoonlijkheid of gewoon als iemand waar we ons aan op kunnen trekken.
Als je ogen eenmaal opengaan, kijk je voor altijd met een andere blik. In dit blog neem ik jullie mee naar de prachtige vrouwen die hun leven inzetten voor onze vrijheid, grote stenen aan de basis legden van onze positie in het huidige West-Europa en dat deden puur vanuit zichzelf. Omdat ze niet anders konden dan zijn wie ze waren. Omdat ze maar op één ding konden vertrouwen in de wereld waar ze moesten opereren, op zichzelf. Op hun eigen specifieke en unieke karaktereigenschappen als mens en als vrouw. Ik neem je mee in de wereld van de Britse spionnes. En zelfs nu ik dit tik, verbetert google mij door het woord spionnes te vervangen door spionnen. Maar het waren toch echt vrouwen.
Zeker 40 vrouwen werken in de Tweede Wereldoorlog (1940-1945) als spionne achter de linies in Frankrijk. Ze worden in hun thuisland gerekruteerd omdat ze Franse voorouders hebben of in de Franse taal opgeleid zijn. In het diepste geheim ontvangen ze een opleiding en vaak worden ze in hun eentje boven Frankrijk gedropt met slechts de kleren die ze aanhebben, een valse identiteit, een codenaam en de schuilnaam van een contactpersoon die ze zelf moeten zien te vinden. In hun eentje moeten ze een bestaan opbouwen in een Franse gemeenschap en aansluiting zoeken bij de verzetsgroep daar.
Ze worden geworven en naar bezette gebieden gestuurd door de Special Operations Executive (SOE), een geheime organisatie die tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Britse regering wordt opgericht. De opdracht van de toenmalige premier Winston Churchill luidt: ‘Zet Europa in vuur en vlam door middel van sabotage en guerrilla-activiteiten tegen de Duitse bezetter.’ In het geheim worden agenten door de SOE in het bezette Europa gedropt. Zij moeten contact leggen met het verzet en zorgen dat infrastructuur en voorzieningen worden gesaboteerd. De agenten achter de linies bezitten vaak zendapparatuur waarmee ze gecodeerde berichten naar Londen kunnen verzenden. Het is levensgevaarlijk om hiermee door de Duitsers aangehouden te worden. Al snel na de oprichting van de SOE begint men vrouwen aan te nemen. Het voordeel van vrouwelijke geheim agenten is dat zij niet opvallen als ze met hun fiets rondrijden en zendapparatuur, geld of explosieven onder de eieren in hun fietsmand verbergen. Vrouwen worden heel lang niet als bedreiging gezien door de Duitsers.
Les Marguerites Fleuriront ce Soir – Virginia Hall tijdens een radioboodschap aan Londen met het verzoek om voorraden en nieuwe mensen. Haar radio was aangesloten op een generator die aangedreven werd via een fiets, in een oude schuur op het Franse platteland. Schilderij van Jeffrey W. Bass. Public Domain via Flickr Commons
Deze vrouwen blazen verbindingen op, rijden in het holst van de nacht tussen locaties heen en weer, ontfutselen Duitse militairen hun geheimen en zijn van doorslaggevend belang voor het verzet in Frankrijk en de communicatie met de Britse geheime dienst. Ze zijn soms dagenlang bezig om te zorgen dat een enkel bericht het Kanaal overgaat. Na de oorlog keren ze terug naar Groot-Brittannië en wordt er nooit meer over hen gesproken. Jarenlang is dit een compleet onbekende historie. De inspanningen van de vrouwelijke divisie van de SOE zijn zelfs tot ver na de oorlog onopgemerkt gebleven. Langzaam gaan de archieven open en komen de verhalen naar buiten.
Virginia Hall is een van de meest belangrijke Amerikaanse spionnes bij de SOE. Bijna niemand heeft echter van haar gehoord. Haar levensverhaal is tentoongesteld in het CIA-museum, maar lang in het voor publiek afgeschermde gedeelte. Pas in 2021 komt er een nieuwe tentoonstelling. Onderscheiden met het Distinguished Service Cross, voor daden van uitzonderlijke moed tegenover een gewapende vijand, de op-een-na hoogste onderscheiding in het Amerikaanse leger, is ze de hoogst gedecoreerde vrouwelijke burger van de Tweede Wereldoorlog. Ze staat echter online niet het rijtje ‘bekende dragers’.
Virginia Hall of Special Operations Branch receiving the Distinguished Service Cross from General Donovan, September 1945. Unknown photographer who worked for the CIA., Public domain, via Wikimedia Commons
Haar verhaal? In de jaren dertig solliciteert ze tevergeefs bij de Amerikaanse diplomatieke dienst. Ondanks het feit dat ze vijf talen spreekt, op elite-universiteiten heeft gezeten en voor diverse ambassades in Europa heeft gewerkt, is ze een vrouw en dus is er geen plek voor haar. Na herstel van een jachtongeluk, dat haar een onderbeen kost, komt ze in contact met de SOE. Virginia Hall is een van de eerste SOE-agenten die naar het bezette Frankrijk wordt gestuurd. Als zogenaamde Amerikaanse correspondente voor de New York Post heeft ze de perfecte dekmantel.
Virginia ontvangt een korte opdracht: ‘Bouw een verzet op, maakt niet uit hoe.’ Aangekomen in Lyon heeft ze geen contacten, geen netwerk en geen mogelijkheid om berichten naar Londen te verzenden. Lyon is echter het centrum van het verzet in Vichy-Frankrijk. Virginia vindt twee bondgenoten in een gynaecoloog en een bordeeleigenaar. De vrouwen uit het bordeel horen de Duitse soldaten uit en de gynaecoloog verstrekt valse gezondheidsattesten aan vrouwen met seksueel overdraagbare ziektes.
Ze is verbijsterd over de chaos aan ongetrainde mensen en niet ondersteunde veldoperaties die ze in het bezette Frankrijk van 1940 aantreft. Vanwege haar handicap, ze heeft een houten beenprothese die ze Cuthbert noemt en ze hinkt, valt ze op. Toch is ze als geen ander in staat om zichzelf onherkenbaar te maken, overal op te duiken, informatie te verkrijgen, in haar eentje op diverse plekken het Franse verzet aan te wakkeren, en weer te verdwijnen. Ze zorgt voor instructies, geld en contacten voor iedere Britse agent die in Frankrijk arriveert, regelt voedseldroppings en mensen.
Ze legt een belangrijk netwerk aan voor het georganiseerde verzet. Als bij een razzia twaalf SOE-agenten gevangen worden genomen, krijgt Virginia de opdracht om terug te keren. Ze weigert en creëert de ontsnappingsmogelijkheid voor de gevangen agenten. Door de Gestapo wordt ze de ‘limping lady’ genoemd. Er wordt op haar gejaagd door de bekende Gestapo officier ‘de slager van Lyon’, maar ze blijft onvindbaar. Als het te gevaarlijk wordt voor haar, vlucht ze over de besneeuwde Pyreneeën naar Spanje, waarbij de berggids niet weet dat ze onder haar rokken in ieder geval een houten been verbergt. Tijdens deze barre tocht over de Pyreneeën verstuurt ze nog een boodschap naar het SOE-hoofdkwartier dat zij o.k. is, alleen dat Cuthbert het haar moeilijk maakt. De blijkbaar onwetende ambtenaar reageert als volgt: ‘Als Cuthbert het je lastig maakt, laat hem dan elimineren.’
In 1943 keert Virginia terug naar het Franse verzet. Ditmaal onder de vlag van de Amerikanen. Ondanks haar ervaring en haar daden, vertrouwt men de leiding van de verzetsgroep niet aan een vrouw toe. Ze mag mee als ondersteunende telegrafiste. Vanwege haar houten been kan ze niet uit een vliegtuig springen. Het is ondertussen zo gevaarlijk voor haar dat ze zich constant moet vermommen. Onder de codenaam Diane weet ze uit handen van de Gestapo te blijven en treedt ze in contact met het verzet. Ze verft haar haren grijs, laat haar tanden afslijpen en doet alsof ze een boerenmeid is. Terwijl ze zich ten zuiden van Parijs beweegt en kaas op de regionale markten verkoopt, brengt ze de plekken in kaart waar parachutisten veilig kunnen landen, vindt safehouses en traint Franse verzetsgroepen.
Als ze in de zomer van 1944 de opdracht krijgt om in de bergen een groep Franse partizanen te trainen, stuit ze opnieuw op het verzet van hun aanvoerders tegen haar als vrouw. Totdat ze drie vliegtuigen vol wapens weet te regelen. Vanaf dan coördineert ze 1500 partizanen. Samen bombarderen ze de streek Haute-Loire rondom D-day met sabotageacties en aanvallen en verdrijven de Duitse troepen uit het gebied.
Na de oorlog komt ze in dienst van de Amerikaanse OSS en later van de CIA. De belangrijkste vijand hier is het heersende seksisme. Men refereert naar haar als een “gung-ho lady left over from OSS days overseas”. Een overenthousiaste fanatieke dame uit de overzeese dagen van weleer.
De naam van haar biografie is veelzeggend. ‘A woman of no importance’. Virginia Hall toont ons echter juist dat er niet één soort belangrijke held bestaat, dat er geen schietgrage James Bond-achtige uitstraling voor nodig is, geen eendimensionale verzetsstrijder naar mannelijk model. De boeken die ondertussen over haar verschenen zijn, laten Virginia Hall zien in al haar menselijke complexiteit, met, soms tegenstrijdige, eigenschappen als populair en toch ook eenzaam, geduldig en ook opvliegend, terneergeslagen, maar ook vastberaden om haar doel te bereiken. Het zijn die eigenschappen die haar maakten tot de heldin die ze was. Het zijn die eigenschappen die belangrijk zijn om te laten zien hoeveel soorten vrouwen in evenzovele rollen doorslaggevend zijn geweest op keerpunten in de geschiedenis.
Krystyna Skarbek-Granville is een Poolse gravin die door haar opvoeding connecties in allerlei netwerken heeft. Daarnaast beheerst ze meerdere talen. In 1939 dient ze bij de Britse geheime dienst een plan in om over het Karpatengebergte naar het door de Duitsers bezette Polen te skiën. Haar doel: propagandamateriaal en geld van de geallieerden naar de bevolking brengen en informatie over de bezetting mee terugnemen. Ze wordt direct als vrouwelijke agent aangenomen.
In februari 1940 doorkruist ze op ski’s samen met een ex-Olympisch kampioen het Tatra-gebergte. Ze smokkelt de locatie van munitiefabrieken, aangelegde vliegvelden en details over een nieuw type onderzeeër mee terug. Tijdens de oorlog voert ze ontelbare gevaarlijke missies uit in het bezette Frankrijk, maar ook in Hongarije en Egypte. Ze organiseert vluchtroutes voor ontsnapte Poolse en Britse krijgsgevangenen via een netwerk van safehouses via Tsjecho-Slowakije tot aan Boedapest.
Krystyna Skarbek (Public Domain, via Picryl / getarchives.net)
In juli 1944 wordt ze als koerierster gedropt in Zuid-Frankrijk, waar een tweede front voor de geallieerde landing moet komen. Haar grote kracht? Krystyna heeft het vermogen om snel te denken en daar razendsnel naar te handelen. Dit redt haar uit vele gevaarlijke situaties. Zoals de keer dat ze haar Duitse ondervragers ervan overtuigt dat ze tuberculose heeft, door zo hard op haar tong te bijten dat ze bloed ophoest. Drie dagen voor de geallieerde landing wordt het hoofd van haar verzetsgroep vastgenomen. Haar overtuigingskracht is zo groot dat zij hem uit de gevangenis en van executie door een vuurpeloton weet te bevrijden door zich bekend te maken als SOE-agente. Ze regelt losgeld en laat de bewakers geloven dat ze het nichtje van een hoge generaal is, dat de Amerikaanse aanval ophanden is en ze nu nog een goed woordje voor hen kan doen.
Maquisards (verzetstrijders) in de buurt van Savournon, Hautes-Alpes, in augustus 1944. Tweede van rechts Krystyna Skarbek. (Public Domain, via Picryl / getarchives.net)
Hoewel ze Churchill voorziet van een microfilm met daarop de verspreiding van de Duitse krachten aan de Russische grens en haar leven riskeert voor Groot-Brittannië, wordt ze na de oorlog nauwelijks erkend voor haar heldendaden. ‘Poles go home’ is de favoriete graffiti in Londen, een stad die de heldendaden van de Poolse piloten tijdens de Slag om Engeland al snel vergeten is. Ook Krystyna ontkomt niet aan de onverschillige en laatdunkende houding van de Britten ten opzichte van haar daden. Haar tijdelijke verblijfspapieren worden ironisch genoeg niet verlengd omdat ze niet kan aantonen dat ze de afgelopen vijf jaren voldoende in Groot-Brittannië heeft verbleven. Pas nadat ze de George Medal en de Orde van het Britse Rijk weigert, komt het verhaal naar boven en verkrijgt ze de Britse nationaliteit. Zelfs nadat ze de oorlogsonderscheidingen heeft geaccepteerd en openlijk draagt, twijfelen mensen aan de authenticiteit ervan.
De historica Clare Mulley, die haar leven en daden in beeld brengt en al jaren strijdt voor haar erkenning, verwoordt het als volgt. ‘Ze was te veel actiepersoon om echt vrouwelijk te zijn, en tegelijkertijd was ze duidelijk te veel vrouw om een mannelijke soldaat te zijn. Krystyna viel tussen de lijnen van de nationale identiteiten en de genderrollen in.’
Haar unieke persoonlijkheid maakt haar tot een moedige en briljante spion, maar ze is te veelzijdig om haar in een duidelijk hokje te plaatsen. En dus geloven mensen liever in hun eigen beelden. Krystyna wordt een heldin door de eigenschappen die ze bezit, maar raakt verguisd en vergeten op het moment dat deze eigenschappen niet meer in het plaatje passen.
Odette Sansom, huisvrouw en moeder, wordt door de SOE eigenlijk als te koppig en te impulsief beschouwd. ‘Zij heeft niet de helderheid van geest die wenselijk is bij gezagsondermijnende activiteiten’, schrijft men in een rapport. Ze wordt enthousiast en onberekenbaar genoemd, maar haar vastberadenheid, vaderlandsliefde en gretigheid geven de doorslag. Op 2 november 1942 landt Odette midden in de nacht per boot op een Frans strand. Haar drie dochters heeft ze achter moeten laten in een klooster. Het zijn haar plichtsbesef en haar liefde voor haar beide thuislanden Groot-Brittannië en Frankrijk, die haar hiertoe brengen.
Onder de codenaam Lise moet Odette contact leggen met het Franse verzet en onderduikadressen voor andere agenten regelen. Ze strandt echter in Cannes en wordt als koerierster toegevoegd aan het Spindle-verzetsnetwerk van kapitein Peter Churchill. In 1943 verplaatsen zij zich naar de Franse Alpen om hun werkzaamheden daar voort te zetten.
Odette Sansom. (Public Domain, via Picryl / getarchives.net)
Een officier van de Duitse contraspionagedienst in Parijs infiltreert als kolonel Henri in een ander verzetsnetwerk en ontdekt hun schuilplaats. De Duitse spionnenjager overtuigt Odette van zijn goede bedoelingen. Hoewel Odette een waarschuwing uit Londen ontvangt om kolonel Henri niet te vertrouwen, is het al te laat. Churchill en Odette worden gearresteerd. Odette wordt veertien keer ondervraagd door de Gestapo, fysiek gemarteld en ernstig op haar rug verbrand, maar ze weigert de anderen te verraden. Door zich te houden aan het verzonnen verhaal dat Churchill zowel haar echtgenoot als de neef van premier Winston Churchill is, hoeft hij slechts twee ondervragingen te ondergaan. Odette beschermt daarnaast de identiteit van twee andere officieren. Hiermee redt ze niet alleen hun levens, maar zorgt ze er ook voor dat zij hun sleutelrollen in het verzet kunnen blijven vervullen.
In juni 1943 wordt ze voor twee verschillende aanklachten van spionage ter dood veroordeeld. Haar reactie is veelzeggend. Ze beantwoordt de aanklachten met: “Dan zullen jullie een beslissing moeten nemen, want ik kan maar een keer doodgaan.”
Hoewel kolonel Henri nog steeds probeert om haar over te halen met hem mee te werken, weigert zij dat. Odette wordt overgebracht naar het strafblok van concentratiekamp Ravensbrück en op een uithongeringsdieet gezet. Bijna twaalf maanden zit ze in een isolatiecel, waarvan drie maanden in het duister onder de grond. Ze houdt het vol doordat ze als kind jarenlang lijdt aan blindheid en verlamming en weet hoe ze pijn moet accepteren en moet overleven. Ze zegt later letterlijk dat ze niet gelooft dat ze dapper of moedig was, maar gewoon een besluit nam. Een prachtig voorbeeld van haar geesteskracht is een gedroogd boomblad dat haar kleindochter jaren later in een van haar dagboeken vindt. Odette beschrijft hoe ze het van de grond heeft opgepakt in Ravensbrück en dat haar bewakers nooit hebben gesnapt hoe dat onbeduidende blad voor haar het symbool van leven en natuur is. Voor haar vertegenwoordigt het blaadje het leven buiten de gevangenis en een baken van hoop en vrijheid.
Na de oorlog getuigt Odette tegen haar kampbewaarders en tegen de kampcommandant. Odette is de enige SOE-agente die bij leven het George Cross ontvangt. Naast vele andere onderscheidingen wordt er een postzegel ter ere van haar gemaakt, een trein naar haar vernoemd en een film over haar leven gemaakt. Er is een tentoonstelling over haar in het Imperial War Museum in Londen.
De van oorsprong Australische Nancy Wake springt in april 1944 midden in de nacht in Noord-Frankrijk uit een bommenwerper. Luchtziek, gekleed in wandelkleren en met een tas vol identiteitspapieren, een miljoen franc en sabotageopdrachten die uitgevoerd moeten worden voor D-day.
Werkzaam als journaliste en getrouwd met een Franse industrieel, ziet ze hoe de nazi’s in mei 1940 Frankrijk bezetten en de Franse regering zich overgeeft. Al aan het begin van de oorlog speelt ze een grote rol voor het Franse verzet als koerier en ambulancechauffeuse. Ze is een onmisbare schakel als ze ook gestrande Britse soldaten helpt terug naar Engeland te vluchten. Als het netwerk in december 1940 wordt verraden, gaat Nancy gedwongen ondergronds. Uiteindelijk wordt ze in Toulouse gearresteerd. Wat de autoriteiten zich echter niet realiseren, is dat ze de gevreesde ‘witte muis’ hebben gevangen. Nancy wordt na vier dagen weer vrijgelaten.
In 1943 staat ze op de eerste plek van de gevreesde Gestapo-lijst. Haar bijnaam is de witte muis, omdat ze steeds weer weet te ontsnappen. Het is te gevaarlijk voor haar om in Frankrijk te blijven, daarom vlucht ze over de Pyreneeën. Pas na meerdere pogingen lukt het haar om Spanje te bereiken en via daar terug in Groot-Brittannië te komen.
Nancy sluit zich aan bij de SOE en wordt een Britse agente. Onder de codenaam ‘Hélène’ volgt ze een intensieve training. Uit haar opleidingsverslagen blijkt dat ze een ‘heel goed en vast schot’ had en een vrolijk en sterk karakter. Vera Atkins, over wie we later nog zullen lezen, herinnert zich haar als een Australische donderstraal. ‘Onuitputtelijk, vitaal, een flitsende oogopslag. Alles wat ze deed, deed ze goed.’
(Public Domain, via Picryl / getarchives.net)
Na haar landing in Frankrijk op 29-30 april 1944 wordt ze de liaison tussen de SOE en verschillende verzetsgroepen in de Auvergne. Ze coördineert in de daaropvolgende weken een serie wapen- en voedseldroppings voor het Franse verzet. Haar taak is om het verzet voor te bereiden op een gewapende opstand die samen moet vallen met de landing van de geallieerden, D-day. Ze leidt invallen op belangrijke plekken van de Duitse bezetter, zoals een Gestapo-hoofdkwartier en een munitie-opslag. Daarbij zou ze een SS’er met haar blote handen hebben gedood, om te voorkomen dat hij het alarm indrukte. In een later tv-interview met Nancy Wake is ze zelf verbaasd dat de judo-techniek die ze ooit geleerd heeft, ook daadwerkelijk succes had. Een van haar mannelijke kameraden zegt later over haar: ‘Ze is de meest vrouwelijke vrouw die ik ken, totdat de strijd begint. Dan is ze vergelijkbaar met vijf mannen.’
Nancy reist heen en weer tussen verschillende verzetsgroepen en verzendt berichten aan Londen. Uiteindelijk leidt ze een combinatie van verzetsgroepen bestaande uit meer dan 7000 zogenoemde maquisards die ze een voor een onder de tafel kan drinken. Eind juni 1944 raken Nancy Wake en haar verzetsstrijders ingesloten door duizenden SS’ers die het hoogland van de Auvergne omsingelen. Nancy en veel van haar strijders kunnen door de linies glippen, maar door het verlies van hun zender is hun verbinding met Londen verloren gegaan. Een levenslijn die ze onverbiddelijk nodig hebben. Nancy Wake fietst 500 kilometer heen en weer door de linies van de vijand om contact te leggen met een radioman die de verbinding met Londen kan herstellen. Met haar acties levert ze een onmisbaar aandeel aan de voorbereiding op de geslaagde geallieerde invasie van Noord-Frankrijk.
Nancy blijft na de oorlog voor de SOE werken en ontvangt in de jaren daarna de George Medal van Groot-Brittannië, de Medal of Freedom van de Verenigde Staten, zowel de ridder als de officier van het Légion d’honneur van Frankrijk, het lidmaatschap van de Order of Australia en de Badge in Gold van Nieuw-Zeeland voor haar werk in het Franse en Engelse verzet.
(Public Domain, via Picryl / getarchives.net)
Ik ben Kirsten, een gepassioneerd historica en toegewijde recherchevrouw. Mijn dagen zijn gevuld met het oplossen van intrigerende moordzaken en het coachen van mijn teams in scenariogericht onderzoek.
Daarnaast ben ik een schrijfster die de verhalen van opmerkelijke vrouwen uit de geschiedenis tot leven brengt in hedendaagse thrillers.
Een meeslepende thriller die je meeneemt op een avontuurlijke reis langs historische mysteries en hedendaagse intriges. Ontdek samen met rechercheur Megan de Wolf de geheimen die verborgen liggen in de geschiedenis en de kracht van vrouwen die door de eeuwen heen hebben gestreden.